English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word disengage
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
engage (employ; hire) | ; ; ; | |
engage | ; in dienst nemen | |
engage (occupy; take; fill; hold; involve) | ; | |
engage (couple) | ; |
English | Dutch |
---|---|
disengage | ⇆ bevrijden; ⇆ losmaken; ⇆ ontslaan; ⇆ scheiden; ⇆ vrijmaken |
disengage oneself | ⇆ zich losmaken; ⇆ zich vrijmaken |
disengaged | ⇆ bevrijd; ⇆ los; ⇆ onbezet; ⇆ ontslagen; ⇆ vrij; ⇆ vrij van dienst |
disengagement | ⇆ afmaking; ⇆ bevrijding; ⇆ losheid; ⇆ losmaking; ⇆ onbevangenheid; ⇆ scheiden; ⇆ verbreking van engagement; ⇆ vrij zijn; ⇆ vrijheid; ⇆ vrijmaking |
engage | ⇆ aanmonsteren; ⇆ aannemen; ⇆ aanvallen; ⇆ bespreken; ⇆ bezetten; ⇆ de strijd aanbinden met; ⇆ engageren; ⇆ grijpen; ⇆ grijpen in; ⇆ huren; ⇆ in beslag nemen; ⇆ in dienst nemen; ⇆ in elkaar grijpen; ⇆ indalen; ⇆ inschakelen; ⇆ monsteren; ⇆ nemen; ⇆ tewerkstellen; ⇆ verbinden |