English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word beginning

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(commencement; start);
🔗 That’s what they should have done in the beginning.
(commencement; start; onset)
all beginnings are difficult
alle begin is moeilijk
ĉiu komenco estas malfacila
from beginning to end
(from A to Z; from cover to cover; from start to finish)
van A tot Z
from the beginning
(ab initio)
;
in the beginning
(at first; at the outset; initially)
;
(commence; start; embark on); ; ;
🔗 There, there now, don’t begin that groaning again.
(commence; start; be started; set in; kick off); ; ;
🔗 Our troubles are just beginning, I’m afraid.

EnglishDutch
beginning aanhef; aanvang; allereerste begin; begin; beginstadium
all beginnings are difficult alle begin is moeilijk
at the beginning bij de aanvang; in het begin; voorin
at the beginning of begin; in het begin van; vooraan in
begin at the beginning bij het begin beginnen
from beginning to end van A tot Z; van het begin tot het einde
from the beginning van het begin af aan; van meet af; van meet af aan; van voren af aan; vanaf het begin
in the beginning aanvankelijk; in het begin
make a beginning een begin maken
the beginning of the end het begin van het einde
without beginning or end zonder kop of staart
begin aangaan; aanvaarden; aanvangen; beginnen; beginnen te; een aanvang nemen; een begin maken met; entameren; ingaan; van wal steken