Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word een begin maken met

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanvaarden; aanvangen; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten);
(start);
commencement
; ;
🔗 Vijf minuten na het begin van onze aanval was de strijd afgelopen.
(aanvang; ontstaan);
🔗 Aan het begin van de avond is in Vlaardingen een boom op een geparkeerde auto gevallen.

DutchEnglish
een begin maken met begin; initiate; start
begin beginning; commencement; fresh; inception; inchoation; incipience; incipiency; initiation; lead‐off; onset; opening; origin; outset; start; at the beginning of; early in