Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zuiverheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(helderheid; kuisheid; zindelijkheid)
purity
;
cleanness
🔗 Men wil de zuiverheid bepalen van zilvernitraat.
(eerbaarheid; kuisheid; reinheid)
chastity
;
purity
(onreinheid)
impurity
(absoluut; je reinste; onvermengd)
(goed; juist)
; ;
graphically
;
relevantly
trafe
🔗 Onder dergelijke omstandigheden kon Castanelli niet zuiver schieten.
(rein)
🔗 Houd altijd een zuiver geweten.

DutchEnglish
zuiverheid chastity; cleanness; clearness; correctness; integrity; pureness; purity
onzuiverheid impurity
zuiver blank; chaste; clean; cleanly; clear; correct; genuine; kosher; mere; native; nett; pure; pure and simple; purely; quintessential; true; unadulterated; undiluted; virgin; sheer; sincere; taintless; white