English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word correct

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(right); ;
(amend); ;
(chastise; punish)
puni trafe
(exact; proper; right);
(right; true; sound; valid);
🔗 That is correct.
;
(adjust; put right; amend; rectify)
correction
;
verbetering
correctly
(exactly; just; okay; right; accurately; precisely; aright; properly)
;
correctness
;
incorrect
(wrong; fallacious; false; unsound)
ongelijk hebbend
incorrect
(wrong)
incorrect
(invalid; unjustified; unwarranted)
neprava

EnglishDutch
correct afstraffen; akkoord; berispen; bijsturen; comme il faut; correct; corrigeren; goed; herstellen; juist; nakijken; nazien; recht trekken; rechtzetten; reguleren; straffen; terecht; verbeteren; verhelpen; zuiver
be correct in het terecht
be correct in this hierin gelijk hebben
find correct akkoord bevinden
stand corrected zijn woorden terugnemen
correction afstraffing; berisping; correctie; correctief; nazicht; rechtzetting; tuchtiging; verbetering; verhelping
corrective correctief; middel ter verbetering; verbeterend
correctly correct; juist
correctness correctheid; juistheid; zuiverheid
corrector afstraffer; corrector
corrigible strafbaar; verbeterlijk; voor verbetering vatbaar
incorrect incorrect; onjuist