Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zijn pas inhouden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(blijven staan; blijven stilstaan; halt houden; stilhouden; stilstaan; stoppen; halt maken)
🔗 Toen hij inhield om te luisteren, hoorde hij niets.
(aftrekken)
(behelzen; bevatten);
🔗 Er woei een bittere oostelijke wind die de dreiging van de invallende winter inhield.
(bevatten; houden);
enteni
🔗 Daarop bood Visbhume hem een kistje te koop aan, inhoudende diverse voorwerpen die hij uit het huis van Hippolito had meegenomen.
(terughouden)
(bergpas)
🔗 We betraden de pas.
(schrede; stap; voetstap);
🔗 De stoet uit Dahaut hield op honderdvijftig pas afstand stil.
(paspoort)
🔗 U moet uw pas laten zien.
(daarnet; juist; net);
🔗 In het huis hing de geur van pas gebraden vlees.

DutchEnglish
zijn pas inhouden check one’s step
inhouden bate; bear; carry; contain; dock; draw bit; draw bridle; hold; hold in; imply; import; impound; include; infer; keep in; purport; rein in; restrain; retention; stop; check; keep back; retain; deduct
pas defile; freshly; gait; newly; only; pace; pas; pass; passport; step; scarce; scarcely; just; recently; not until; as late as; not before; of late