Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word voorbijsnorren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
look for
; ; ;
go after
(brommen; gonzen; razen; suizen; zoemen)
hum
;
whir
🔗 Lokale bladen wijden er berichten aan en rondom klikken en snorren de camera’s.
(afgelopen; verleden; vervlogen; over; achter de rug);
🔗 Die tijd is echter voorbij.
(verder dan);
pli malproksime ol
(langs; langs … heen); ;
🔗 Ge kunt niet voorbij.

DutchEnglish
voorbijsnorren whir past; whizz by
snorren crawl; drone; hum; ply for customers; purr; twang; whizz; whirl; whir; roar; ply for hire
voorbij beyond; by; bygone; done; gone; over; past