Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word voorbijrennen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
outrun
;
outstrip
(hardlopen; hollen; snellen)
🔗 Ren voor je leven!
(afgelopen; verleden; vervlogen; over; achter de rug);
🔗 Die tijd is echter voorbij.
(verder dan);
pli malproksime ol
(langs; langs … heen); ;
🔗 Ge kunt niet voorbij.

DutchEnglish
voorbijrennen run past; rush past
rennen cut and run; hare; race; run; rush; skitter; gallop
voorbij beyond; by; bygone; done; gone; over; past