Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word voltooid tegenwoordige tijd
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
voltooid tegenwoordige tijd (perfectum) | perfect | |
| (actueel) | ; present‐day ; | |
🔗 Is uw tegenwoordig adres hetzelfde als dat wat op uw rijbewijs staat vermeld? | ||
| (momenteel; op het ogenblik; thans) | aktuale | |
| (heden ten dage; vandaag de dag) | ; nowadays ; ; | |
🔗 Maar zo is de jeugd tegenwoordig. | ||
| (huidig) | ; | |
| (nou; nu; thans) | at present | |
🔗 Maar de jongelui van tegenwoordig hebben nog maar weinig ruggegraat. | ||
| (aanwezig; present) | ||
🔗 Tal van personen uit wetenschappelijke en onderwijskringen waren daarbij tegenwoordig. | ||
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
| (wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
| (wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
| (tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| voltooid tegenwoordige tijd | ⇆ present perfect |
| tegenwoordig | ⇆ at present; ⇆ current; ⇆ currently; ⇆ nowadays; ⇆ present; ⇆ present‐day; ⇆ these days; ⇆ today; ⇆ of today |
| tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |
| voltooid | ⇆ complete |