Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitgaansgelegenheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bij deze gelegenheid nam hij het met de waarheid niet al te nauw.
(plaats; plek)
🔗 Hij is dwaas om alleen naar een gelegenheid als deze kroeg te komen.
(uitlopen)
go out
🔗 U wist dat Molly met andere mannen uitging?
(doven; uitdoven)
expire
🔗 Het is nu bezig uit te gaan.
(aflopen; verlopen; ten einde lopen)
expire

DutchEnglish
uitgaansgelegenheid place of entertainment
gelegenheid joint; occasion; opening; opportunity; place; room
uitgaan date; die; die down; egress; expire; fail; give out; go out; go places; originate; be over; come of