Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word totaalbedrag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
totaalbedrag
(somma; totaal)
;
(som);
🔗 Dat is, zeker in deze tijd, toch een fors bedrag.
(compleet; geheel; volkomen; volledig)
komplete
(volkomen)
(som; somma; totaalbedrag);
(algeheel; geheel); ;
totala
🔗 Bereken de totale weerstand, de stroom en de deelspanningen.
(totaliteit)
🔗 Dat is het totaal van mijn kennis.
(geheel); ;
(finaal; geheel; helemaal; volkomen; volledig; volslagen; glad; in zijn geheel; straal)
wholly
🔗 Hij was ook totaal den weg kwijt.
totally
🔗 „Dus als ik het goed begrepen heb,” zei oom Barend, „zijn er totaal 16.348 m³ hout verkocht.”

DutchEnglish
totaalbedrag grand total; sum total; total amount
bedrag amount; denomination; figure; sum
totaal aggregate; all out; clean; clear; complete; completely; dead; flatly; global; outright; overall; radically; total; totality; totally; wholly; sheer; sum; sum total; all over