English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word grand total

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(grandiose; magnificent; superb; fabulous; splendid; sublime);
🔗 She occupied a grand apartment in Kensington Palace, now home to prince William and his family.
(ceremonial)
(ceremonious; solemn); ;
(overall; blanket; fullscale; global); ;
totala
🔗 The total number of letters changed as did their shape.
(add together)
totaligi

EnglishDutch
grand total eindcijfer; totaalbedrag
grand 1000 dollar; 1000 pond; edel; grandioos; groot; groots; grootscheeps; luisterrijk; mille; prachtig; vleugel; voornáám; weids
total algeheel; bedragen; een totaal vormen van; eindbedrag; finaal; gans; geheel; gezamenlijk; gezamenlijk bedrag; heel; optellen; totaal; volslagen