English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word total

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(overall; blanket; fullscale; global); ;
totala
🔗 The total number of letters changed as did their shape.
(add together)
totaligi
totally
(altogether; in all)

EnglishDutch
total⇆ algeheel; ⇆ bedragen; ⇆ een totaal vormen van; ⇆ eindbedrag; ⇆ finaal; ⇆ gans; ⇆ geheel; ⇆ gezamenlijk; ⇆ gezamenlijk bedrag; ⇆ heel; ⇆ optellen; ⇆ totaal; ⇆ volslagen
grand total⇆ eindcijfer; ⇆ totaalbedrag
sum total⇆ eindbedrag; ⇆ hoofdsom; ⇆ somma; ⇆ totaal; ⇆ totaalbedrag
total soccer⇆ totaalvoetbal
subtotal⇆ subtotaal
totality⇆ geheel; ⇆ totaal; ⇆ totaliteit
totalize⇆ een totalisator gebruiken; ⇆ optellen; ⇆ samentellen
totalling⇆ in totaal
totally⇆ helemaal; ⇆ ten enenmale; ⇆ tenemaal; ⇆ totaal; ⇆ volslagen; ⇆ zeer