Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word toelaten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(laten)
(binnenlaten); ;
lasi eniri
🔗 Ik had die vreemdelingen nooit moeten toelaten!
(gedogen; permitteren; toestaan; vergunnen; veroorloven); ;
🔗 ’Ik kan niet toelaten dat hij Mary Kate wegstuurt.
(dulden; gedogen; lijden; tolereren; velen; verdragen);
🔗 Wij laten het niet toe.
(doen; maken); ; ;
🔗 Laat de krijgers zich opstellen.
; ;
🔗 Wij laten u in dat gevaar natuurlijk niet alleen.
(toelaten)
🔗 Laat hem niet ontsnappen!
🔗 Zou hij me nu met je laten dansen?
toe
(dicht; gesloten)
permissible
permesebla
🔗 Is deze lampenschakeling toelaatbaar?
toelating
; ;

DutchEnglish
toelaten admit; allow; allow of; bear; enter; let; let into; make possible; matriculate; pass; permit; permit of; receive; suffer; tolerate
laten cause; give up; have; leave; let; omit; forbear; refrain from; leave off; allow; permit; suffer; let have; make; get
toe I say; shut; for sweet; for afters
toelaatbaar admissible; admittable; permissible
toelating admission; admittance; allowance; matriculation; sufferance; toleration; permission; leave