Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tegenhouden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tot staan brengen); ;
stem
; ;
🔗 Houd ze tegen!
;
🔗 Volgens de Oekraïense minister van buitenlandse zaken Pavlo Klimkin maakt het tegenhouden van de OVSE‐medewerkers bij Debalʹceve „wel duidelijk wie zich niet aan het akkoord van Minsk houdt”.
(bevatten; inhouden);
enteni
🔗 Putin houdt dinsdag een toespraak op het Rode Plein in Moskou.
(bijhouden; vasthouden; voeren; huldigen); ; ; ;
🔗 Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich.
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; waarnemen)
observe
🔗 Kan iemand God kennen en zijn geboden niet houden?
;
🔗 Wanneer heeft een priester ooit een eed gehouden?
;
🔗 De buren van Wims vader hielden een winkel van feestartikelen, die er nu ook nog staat.
(aan; bij; naar; op; tot; voor; naar … toe); ; ; ;
🔗 Ik kan net zo goed tegen de stoel praten.
(aan; jegens; met; tegen … aan; tegenover; versus; voor; tegen … in; op);
opposed to
; ; ; ;
🔗 U kunt het toch niet tegen zijn zin kopen?
(om; aan)
🔗 Maar tegen de ochtend ging de storm liggen en de dag brak helder aan.

DutchEnglish
tegenhouden arrest; baffle; block; check; clog; contain; fetch up; hold; hold back; hold up; impede; intercept; interception; keep; pond back; pond up; pull up; put a check on; put the stopper on; restrain; retain; retard; retention; stay; stem; stop
houden carry; conduct; deliver; delivery; give; have; hold; keep; keep to; maintain; make; poise; preserve; retain; tenure; run; take; contain; observe; celebrate
tegen against; agin; at; at the rate of; by; con; contra; contrary to; on; to; toward; towards; versus; for; as against; opposed to; ’gainst