Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tegenbezoek

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(visite);
🔗 Mag ik vragen naar de reden van uw bezoek?
(aan; bij; naar; op; tot; voor; naar … toe); ; ; ;
🔗 Ik kan net zo goed tegen de stoel praten.
(aan; jegens; met; tegen … aan; tegenover; versus; voor; tegen … in; op);
opposed to
; ; ; ;
🔗 U kunt het toch niet tegen zijn zin kopen?
(om; aan)
🔗 Maar tegen de ochtend ging de storm liggen en de dag brak helder aan.

DutchEnglish
tegenbezoek return call; return visit
een tegenbezoek brengen return a visit; return a call
bezoek attendance; company; going; visit; call; visitor; visitors; guests; visitation
tegen against; agin; at; at the rate of; by; con; contra; contrary to; on; to; toward; towards; versus; for; as against; opposed to; ’gainst