Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word slappe tijd
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
feeble ; fragile ; frail ; infirm | ||
🔗 Brezante bezat een slap karakter en was om uiteenlopende redenen niet erg geliefd bij de meeste edelen. | ||
(soepel) | malrigida | |
🔗 Zijn penis werd slapper en hij trok hem voorzichtig uit haar anus. | ||
(flauw; loom; lusteloos; sloom; traag) | listless | malvigla |
(los) | ; | malstreĉa |
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
(wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
(wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
(tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. |
Dutch | English |
---|---|
slappe tijd | ⇆ dead season; ⇆ dull season; ⇆ off‐season; ⇆ slack |
slap | ⇆ slushy; ⇆ atonic; ⇆ boneless; ⇆ doughy; ⇆ flabby; ⇆ flaccid; ⇆ flaggy; ⇆ flaked out; ⇆ floppy; ⇆ invertebrate; ⇆ languid; ⇆ languidly; ⇆ lax; ⇆ limp; ⇆ listless; ⇆ loose; ⇆ milk‐and‐water; ⇆ namby‐pamby; ⇆ nerveless; ⇆ remiss; ⇆ soft; ⇆ weak; ⇆ weakly; ⇆ spineless; ⇆ slack; ⇆ supine; ⇆ supple; ⇆ tame; ⇆ toneless; ⇆ weak‐kneed; ⇆ washy; ⇆ wet; ⇆ thin; ⇆ unsubstantial; ⇆ dull; ⇆ flabbily; ⇆ limply |
tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |