English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word amply

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(abundantly; richtly; aplenty);
(bulky; extensive; sizeable; broad; capacious; commodious; voluminous); ;
veelomvattend
; ;
(abundant; copious; plentiful; profuse; rich; affluent; aplenty; bounteous)
🔗 The White House also likes to say he’s been hard on Russia, though there is ample evidence of Trump’s willingness to let Putin play alpha.
(big; great; large; major; substantial; mickle);
(extensive; spacious; vast; wide; capacious; commodious; huge; open; baggy); ;
wijd

EnglishDutch
amply ampel; breed; breedvoerig; in ruime mate; overvloedig; rijkelijk; ruim; ruimschoots; uitvoerig; wijd
ample ampel; breed; breedvoerig; overvloedig; ruim; uitvoerig; voldoend; voldoende; wijd