Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word neusgat

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
nostril
🔗 Vuur kwam uit zijn neusgaten.
(hol; holte)
cavity
(achterste; achterwerk)
🔗 De ene wachter trok aan een koord dat uit een gat in de muur hing.
fore
;
forefront
🔗 Hij stond op de neus en probeerde door het regengordijn heen te kijken.
🔗 Voor Dolf kon reageren, raakte de man hem vol op de neus.

DutchEnglish
neusgat blow‐hole; nose‐hole; nostril
gat arse; arsehole; ass; asshole; cavity; dent; dint; dump; gap; hole; hole of a place; pot‐hole; the back of beyond; scuttle; stop; opening; bottom
neus hooter; neb; nose; nozzle; pecker; proboscis; toe; toe‐cap