English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dump

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dump
(refuse dump; rubbish tip; tip)
stortplaats
dump
(refuse dump; rubbish tip; tip)
stortplaats
dump
(pour; pour out; tip)
ŝuti
dump
(throw away; discard; dispose; jettison; slough)
car dump
refuse dump
(dump; rubbish tip; tip)
stortplaats
refuse dump
(dump; rubbish tip; tip)
stortplaats
dumping
(garbage can; skip);
🔗 People are scavenging for food in dumpsters.

EnglishDutch
dump autokerkhof; doorslaan; dumpen; gat; hoop; kiepen; kippen; krot; kwakken; lozen; neergooien; neerploffen; neerplompen; negorij; oord; opslagplaats; ploffen; poten; schermafdruk; stort; storten; vuilnisbelt; wegflikkeren
be down in the dumps in de put zitten
car dump autokerkhof
dump down neerkwakken; neerstorten
dump truck kiepauto; kiepwagen
in the dumps in de put
refuse dump asbelt; asvaalt; belt; stort; vuilnisbelt; vuilstortplaats
rubbish dump vuilnisbelt
toxic‐waste dump gifbelt
dumper kipkar
dumping lozing
dumpster afvalcontainer; vuilcontainer