Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eerbewijs

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(demonstratie)
demonstration
🔗 We hebben bij het bewijs van deze formules de hoeken α en β zó gekozen dat α + β scherp is.
;
🔗 Het bewijs zal ik je geven.
(blijk; merkteken; teken)
(ere)
🔗 Dit gaat niet om geld maar om de eer!
(aleer; alvorens; voor; vooraleer; voordat)
🔗 Hoelang zal het duren eer ze hier zijn?
(liever)
preferably
(liefst; liever; veeleer)
(ere)
🔗 Het is mij een eer u te ontmoeten.

DutchEnglish
eerbewijs accolade; honour; salute
bewijs argument; attestation; certificate; cogency; demonstration; document; evidence; proof; substantiation; token; showing; voucher; mark
eer afore; before; credit; ere; glory; honour; honours; kudos; rather; sooner