English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word honour

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(venerate)
;
(validate; trigger)
geldig verklaren
validigi
(homage; tribute)
(pay homage to)
als eerbewijs geven
;
;
🔗 I have only denied him a trivial honour.
;
🔗 We’re honoured by your presence.
(fulfil; abide by; keep; meet; observe)
🔗 The West brokered a peace agreement which was not only highly unfavourable to Georgia but was also not honoured by Russia.
eer aandoen
🔗 And you do me too much honour.
do the honours
de honneurs waarnemen
akcepti oficiale
;
🔗 The former president lay in an open coffin, flanked by a guard of honour.
dishonour
(shame; besmirch)
;
te schande maken
; ;
malhonori
dishonour
(disgrace; affront; indignity; shame; ignominy)
;
honorary
(complimentary)
ere‐
;
honorary
ere‐
(above‐board; honest; upright; forthright);
🔗 These both are honourable men and since we have been in prison together we have become good friends.
honourable
(worshipful)
;
honourable
(respectable)
;

EnglishDutch
honour eer; eerbetoon; eerbetuiging; eerbewijs; eergevoel; ere; eren; erewoord; honoreren; in ere houden; nakomen; onderscheiding; vereren
award of honour erediploma
badge of honour ereteken
be honour bound to do it het aan zijn eer verplicht zijn
be on one’s honour to do it het aan zijn eer verplicht zijn
code of honour erecode
crown of honour erekroon
debt of honour ereschuld
do honour eer aandoen; eer bewijzen
do honour to somebody iemand eer bewijzen
do the honours de honneurs waarnemen
do the honour to de eer aandoen om
for honour’s sake eershalve
guard of honour eregarde; erewacht
have the honour to de eer hebben om
honour killing eerwraak
honour roll erelijst
honours list <lijst van personen die een onderscheiding hebben gekregen>
honour to whom honour is due ere wie ere toekomt
honour with vereren met
in his honour te zijner ere
in honour and decency in alle eer en deugd; in eer en deugd
in honour of ter ere van
injure somebody’s honour iemands goede naam aantasten; iemands goede naam krenken
it redounds to his honour het strekt hem tot eer
lap of honour ereronde; ererondje
legion of honour legioen van eer
lost to honour van alle eergevoel verstoken
maid of honour hofdame
make a point of honour of er een eer in stellen om te
make it a point of honour of er een eer in stellen om te
make it a point of honour to er een eer in stellen te
mark of honour ereteken
medal of honour eremedaille; eremetaal
meeting of honour duel
name of honour erenaam
on my honour op mijn erewoord
palm of honour erepalm
pay due honour to honoreren
place of honour ereplaats
pledge one’s honour zijn woord geven
post of honour erepost
render honour to somebody iemand eer bewijzen
render the last honours to somebody iemand de laatste eer bewijzen
roll of honour lijst der gesneuvelden
save one’s honour de eer aan zichzelf houden
sense of honour eergevoel
the field of honour het veld van eer
title of honour eretitel
upon my honour op mijn erewoord
upon my word and honour op mijn erewoord
with full honours cum laude
with honour met ere
word of honour erewoord
your honour edelachtbare
dishonour niet accepteren; niet honoreren; oneer; onteren; schande; schande aandoen; schandvlekken; schofferen; te schand maken; te schande maken
honorary ere‐; honorair; honoris causa; onbezoldigd
honorific beleefdheidsformule; eretitel; ere‐; vererend
honourable achtbaar; edelachtbaar; eerbaar; eerlijk; eervol; eerwaardig; eerzaam; geacht; hooggeboren
honours eer; eerbewijzen; eretitels; honneurs; onderscheidingen