Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bijeen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aaneen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Ik vond hier meer personen bijeen dan ik reden had op dat uur van de dag te verwachten.
(verbinden);
(samenbrengen; verenigen; in elkaar zetten)
assemble
bring along
;
take along
;
(inzamelen; verzamelen)
🔗 Toen begon hij zijn papieren weer bijeen te garen.
hold together
teni kune
(samenscholen; zich verzamelen)
assemble
(samenkomen; vergaderen)
assemble
;
congregate
; ;
convene
🔗 De gehele familie was bijeengekomen om ons te begroeten.
(convoceren)
convoke
; ;
convene
;
summon
kunvoki
🔗 He said the move is aimed at cultivating a loyal mindset toward Xí from a young age, while also sending a message to the wider public that Beijǐng’s focus is now on consolidating Xí’s power following the economic boom of the past decade.
(vergaren);
collecting
;
round‐up
(inzamelen; zamelen; verzamelen; vergaren)
associate
🔗 De leiders van de twee partijen waren voor het laatst bijeen.

DutchEnglish
bijeen together; united
bijeenbinden tie
bijeenbrengen aggregate; assemble; gather; get together; subscribe; bring together; collect; raise
bijeendrijven herd; round up; round‐up; drive together
bijeengaren garner
bijeenharken comb out; rake up
bijeenhoren belong together
bijeenhouden keep together
bijeenkomen congregate; convene; get together; meet; meet up; assemble; go together; match
bijeenrijven comb out; rake up
bijeenroepen convene; convoke; drum up; summon; call together; call
bijeenschrapen rake; rake up; scoop; scrape together; scratch together; scratch up
bijeenzamelen gather
bijeenzoeken get together; gather; find