Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word afsluit

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
de sur
🔗 Max draf die trappies af en kom maak vir haar die deur oop.
(toemaak)
(toemaak);
🔗 Sy sluit die deur agter haar.

AfrikaansEnglish
afsluit balance; barrier; block; boycott; close; conclude; disconnect; effect; interlock; lock; rail in; seclude; shut; shut off
af off; down; exit; from; completed; perfect; perfected; finished; broken
afgeslote isolated; secluded; closed; complete
afsluitbod pre‐emptive bid
afsluitdam barrage; coffer‐dam; levee
afsluitend pre‐emptive
afsluiter bolt; valve; obturator; regulator; sluice‐valve
afsluiting block; closing; obturation; stopping
afsluitklep check‐valve; stop‐valve; throttle
afsluitkraan stopcock
afsluitring obturator
sluit balance; clasp; close; close up; conclude; effect; fasten; negotiate; fold; hasp; key; knit up; contract; lock; make; occlude; prorogue; seal; shut; shut down