English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word closing

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
(shut; adjourn);
🔗 She closed the door behind her and stood tingling with a sense of isolation from all the rest of the world.
(near; nearby; about; nigh)
🔗 The Flying U riders had dismounted, and they stood close, listening and watching.
;

EnglishAfrikaans
closing aaneensluiting; afsluiting; einde; sluiting; sluitings‐
closing argument slotpleidooi
closing number slotnommer
closing prices slotkoerse
closing remarks slotopmerkings
close aaneensluit; aanmekaarsluit; aanneem; aanstoot; afboek; afdig; afgesonder; afsluit; afsper; agterhoudend; bedompig; benoud; beslote; bondig; byna gelyk; diep; dig; diggroei; digmaak; duf; eindig; ent; geheim; geslote; gesluit; gierig; handgemeen raak; innig; intiem; naby; noukeurig; omheining; ooreenkom; skerp; slot; sluit; speelterrein; swoel; toe; toegaan; toegroei; toemaak; toesluit; tromp‐op; vashoudend
closing‐hour sluitingsuur
closing‐time toemaaktyd
self‐closing selfsluitend