Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word afmaak

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
de sur
🔗 Max draf die trappies af en kom maak vir haar die deur oop.
(verrig; uitvoer; begaan; doen);
;
(vervaardig);
;
🔗 Charlotte maak of sy uit haar leë koffiebeker drink.

AfrikaansEnglish
afmaak bring to a conclusion; destroy; do away with; finish; finish off; grate; kill; kill off; maul; remove; scrape off; settle; shell; thresh; write down
met iemand afmaak make friends again with somebody
af off; down; exit; from; completed; perfect; perfected; finished; broken
afmaakmasjien husker
afmaker husker; sheller
afmaking disengagement
maak make; create; do; fabricate; fix up; render; shape; turn; forge; form; frame; incur; making; act; wage; work