Informatie over het woord rock (Engels → Esperanto: ŝanceliĝi)

Synoniemen: hesitate, waver, falter, stagger, totter, vacillate, wobble, lurch

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɹɒk/
Afbrekingrock
Shaw‐alfabet𐑮𐑪𐑒

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) rock(I) rocked
(thou) rockest(thou) rockedst
(he) rocks, rocketh(he) rocked
(we) rock(we) rocked
(you) rock(you) rocked
(they) rock(they) rocked
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) rock (I) rocked
(thou) rock(thou) rocked
(he) rock(he) rocked
(we) rock(we) rocked
(you) rock(you) rocked
(they) rock(they) rocked
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rockingrocked

Vertalingen

Afrikaanswankel
Deenstøve
Duitstaumeln; wackeln; zagen; zaudern; zögern
Esperantoŝanceliĝi
Faeröersridla; sveiggja
Fransbarguigner; hésiter
Italiaansesitare; titubare
Nederlandswankelen
Portugeeshesitar; vacilar
Saterfriesduusje; nulje; slakkerje; suumje; swabbelje; swonkje; swooie; trieselje; tuntelje; tuumelje; wiggelje; wriggelje
Spaanstitubear; vacilar
Tsjechischváhat
Westerlauwers Friesskytskoarje; wifkje