Informatie over het woord ŝanceliĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingŝan·cel·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdŝanceliĝas
Verleden tijdŝanceliĝis
Toekomende tijdŝanceliĝos
 
Voorwaardelijke wijs
ŝanceliĝus

Vertalingen

Afrikaanswankel
Deenstøve
Duitstaumeln; wackeln; zagen; zaudern; zögern
Engelshesitate; waver; falter; rock; stagger; totter; vacillate; wobble; lurch
Faeröersridla; sveiggja
Fransbarguigner; hésiter
Italiaansesitare; titubare
Nederlandswaggelen; wankelen; wiebelen
Portugeeshesitar; vacilar
Saterfriesduusje; nulje; slakkerje; suumje; swabbelje; swonkje; swooie; trieselje; tuntelje; tuumelje; wiggelje; wriggelje
Spaanstitubear; vacilar
Tsjechischváhat
Westerlauwers Friesskytskoarje; wifkje