Informatie over het woord mean (Engels → Esperanto: signifi)

Synoniemen: imply, signify, denote, represent, stand for

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/miːn/
Afbrekingmean
Shaw‐alfabet𐑥𐑰𐑯

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(he) means, meaneth(he) meant
(they) mean(they) meant
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(he) mean(he) meant
(they) mean(they) meant
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meaningmeant

Vertalingen

Afrikaansbeteken
Catalaanssignificar
Deensbetyde
Duitsbedeuten; heißen
Esperantosignifi
Faeröersmerkja; týða
Finsmerkitä
Franssignifier
IJslandsmerkja; þýða
Italiaanssignificare
Maleisberarti
Nederduitsbeteykenen
Nederlandsbeduiden; betekenen
Papiamentsnifiká
Poolsmieć znaczenie; znaczyć
Portugeesdenotar; querer dizer; significar
Roemeensînsemna
Saterfriesbeteekenje; betjuude
Spaanssignificar
Srananbodoy
Thaisหมาย
Tsjechischnaznačit; označit; znamenat
Zweedsbeteckna; betyda; teckna