Informatie over het woord bedeuten (Duits → Esperanto: signifi)

Synoniemen: bezeichnen, heißen

Uitspraak/bəˈdɔɪtən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) bedeute(ich) bedeutete
(du) bedeutest(du) bedeutetest
(er) bedeutet(er) bedeutete
(wir) bedeuten(wir) bedeuteten
(ihr) bedeutet(ihr) bedeutetet
(sie) bedeuten(sie) bedeuteten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) bedeute(ich) bedeutete
(du) bedeutest(du) bedeutetest
(er) bedeute(er) bedeutete
(wir) bedeuten(wir) bedeuteten
(ihr) bedeutet(ihr) bedeutetet
(sie) bedeuten(sie) bedeuteten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedeutend(haben) bedeutet

Voorbeelden van gebruik

Was soll es aber bedeuten?

Vertalingen

Afrikaansbeteken
Catalaanssignificar
Deensbetyde
Engelsmean; signify; denote
Esperantosignifi
Faeröersmerkja; týða
Finsmerkitä
Franssignifier
IJslandsmerkja; þýða
Italiaanssignificare
Maleisberarti
Nederduitsbeteykenen
Nederlandsbeduiden; betekenen; staan voor
Papiamentsnifiká
Poolsmieć znaczenie; znaczyć
Portugeesdenotar; querer dizer; significar
Roemeensînsemna
Saterfriesbeteekenje; betjuude
Spaanssignificar
Srananbodoy
Thaisหมาย
Tsjechischnaznačit; označit; znamenat
Zweedsbeteckna; betyda; teckna