Informatie over het woord heißen (Duits → Esperanto: signifi)

Synoniemen: bedeuten, bezeichnen

Uitspraak/ˈhaɪ̯sən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(es) heißt(es) hieß
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(es) heiße(es) hieße
Verleden deelwoord
(hat) gehießen

Voorbeelden van gebruik

Was soll das heißen?

Vertalingen

Afrikaansbeteken
Catalaanssignificar
Deensbetyde
Engelsmean
Esperantosignifi
Faeröersmerkja; týða
Finsmerkitä
Franssignifier
IJslandsmerkja; þýða
Italiaanssignificare
Maleisberarti
Nederduitsbeteykenen
Nederlandsbeduiden; betekenen; staan voor
Papiamentsnifiká
Poolsmieć znaczenie; znaczyć
Portugeesdenotar; querer dizer; significar
Roemeensînsemna
Saterfriesbeteekenje; betjuude
Spaanssignificar
Srananbodoy
Thaisหมาย
Tsjechischnaznačit; označit; znamenat
Zweedsbeteckna; betyda; teckna