Informatie over het woord abbilden (Duits → Esperanto: figuri)

Synoniemen: erscheinen, in Erscheinung treten, auftreten, figurieren

Uitspraak/ˈapbɪldən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abbilde (ich) abbildete
(du) abbildest (du) abbildetest
(er) abbildet (er) abbildete
(wir) abbilden (wir) abbildeten
(ihr) abbildet (ihr) abbildetet
(sie) abbilden (sie) abbildeten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abbilde (ich) abbildete
(du) abbildest (du) abbildetest
(er) abbilde (er) abbildete
(wir) abbilden (wir) abbildeten
(ihr) abbildet (ihr) abbildetet
(sie) abbilden (sie) abbildeten
Gebiedende wijs
(du) bilde ab
(ihr) abbildet
abbilden Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abbildend(haben) abgebildet

Vertalingen

Afrikaansuitbeeld
Engelsdepict; represent; figure
Esperantofiguri
Nederduitsverbealden; vöärstellen
Nederlandsafbeelden; uitbeelden; verbeelden; verzinnelijken; voorstellen
Portugeesfigurar; representar
Saterfriesoubieldje
Spaansreproducir; retratar
Westerlauwers Friesôfbyldzje