Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zwaar
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(streng; flink) | ; ; | |
(lastig; moeilijk; bezwaarlijk) | ||
(moeizaam) | laboriously | malfacilege |
(lastig; moeilijk; bezwaarlijk) | ; | |
🔗 Voor hem is geen opdracht te zwaar, geen tegenstander te machtig. | ||
(moeilijk; moeitevol; moeizaam) | ; ; | |
(drukkend) | burdensome ; ; onerous ; weighty ; stodgy ; ponderous | |
🔗 Het hout is zeer hard en zwaar. | ||
(fors) | heavily | |
🔗 U had mij een ijselijk lot toebedeeld en ik heb zwaar geleden. | ||
(inspannend) | streĉanta | |
; | ||
🔗 „Naar binnen!” riep hij met zware stem. | ||
(streng) | severely | |
🔗 In tien jaar tijd zijn strafrechters ruim 10 procent zwaarder gaan straffen voor dezelfde soort misdrijven. | ||
(krachtig; sterk; hard) | ||
🔗 De zwaarste vergiften hield Flagg zelfs daarvan afgezonderd. | ||
(hard; streng; flink) | ||
🔗 Er wordt zwaar gevochten in de regio Lugansk. | ||
(lastig; moeilijk; zwaar) | ; | |
🔗 De eerste schreden waren niet al te bezwaarlijk. | ||
(lastig; moeilijk; zwaar) | ; with difficulty ; | |
🔗 Op dat moment had hij bezwaarlijk kunnen gissen dat hij daarmee de Saint in een van zijn zonderlingste avonturen zou doen belanden. | ||
disturb ; incommode ; | maloportuni | |
topzwaar | suprepeza | |
pezigi | ||
plipezigi | ||
(gewicht) | ||
🔗 Pepijn voelde opnieuw de zwaarte ervan in zijn handen en zag weer de geheimzinnige rode diepten waarin hij een ogenblik gekeken had. | ||
; rigour ; sterness ; austerity ; harshness ; strictness | ||
🔗 De stijging van de zwaarte van de straffen bedraagt daar volgens de onderzoeker ruim 20 procent. |
Nederlands | Engels |
---|---|
zwaar | ⇆ against the collar; ⇆ arduous; ⇆ bad; ⇆ big; ⇆ burdensome; ⇆ burly; ⇆ filling; ⇆ full‐bodied; ⇆ grievous; ⇆ gruelling; ⇆ hard; ⇆ heavily; ⇆ heavy; ⇆ hefty; ⇆ laborious; ⇆ lumping; ⇆ massive; ⇆ massy; ⇆ onerous; ⇆ ponderous; ⇆ portly; ⇆ severe; ⇆ severely; ⇆ stodgy; ⇆ stout; ⇆ strong; ⇆ taxing; ⇆ toilsome; ⇆ unwieldy; ⇆ uphill; ⇆ weighty |
bezwaarlijk | ⇆ hardly; ⇆ onerous; ⇆ difficult; ⇆ hard; ⇆ with difficulty |
bezwaren | ⇆ burden; ⇆ burthen; ⇆ encumber; ⇆ load; ⇆ oppress; ⇆ weight; ⇆ weigh heavy upon; ⇆ lie heavy upon |
topzwaar | ⇆ top‐heavy |
verzwaren | ⇆ aggravate; ⇆ enhance; ⇆ make heavier; ⇆ strengthen; ⇆ stiffen; ⇆ increase; ⇆ augment |
zwaargewond | ⇆ badly wounded |
zwaarte | ⇆ gravity; ⇆ massiness; ⇆ massiveness; ⇆ ponderosity; ⇆ weight |