Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord waard

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(herbergier)
bartender
🔗 Doch de waard schudde het hoofd.
(herbergier); ;
landlord
🔗 Nu verscheen ook de waard in de deuropening.
(dierbaar; geacht; lief; waarde)
🔗 Dit is het einde van uw functie, waarde heer!
🔗 Dat laat ons zien dat de aankondigingen van Rusland eigenlijk niks waard zijn.
buiten de waard rekenen
(misrekenen; zich verrekenen; zich mistellen)
miscalculate
waard zijn
(verdienen)
be worthy of
;
deserve
; ;
earn
be worth
🔗 Hoeveel zou die waard zijn?
(merkwaardig; opmerkelijk; opmerkenswaardig);
🔗 Verder waren alleen de ruïnes van eens grote steden opmerkenswaard.
(noemenswaardig; vermeldenswaardig; meldenswaardig)
worthy of mention
;
worth mentioning
menciinda
waardin
hostess
;
landlady

NederlandsEngels
waard dear; drake; holm; host; innkeeper; landlord; worth; worthy; worthy of
buiten de waard rekenen reckon without one’s host
de moeite waard worth the effort; worthwhile
het is de moeite niet waard it is not worth your while; it is not worth it; it is not worth the trouble; it is not worth our while; it is no trouble; it is no trouble at all; don’t mention it
waard zijn be worth; rate
zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten ill doers are ill deemers; you measure other people’s cloth by your own yard; they measure other people’s cloth by their own yard
begerenswaard desirable
betreurenswaard deplorable; deplorably; lamentable; regrettable; untoward; regrettably
lezenswaard readable
navolgenswaard worthy of imitation; imitable
opmerkenswaard remarkable; noteworthy; observable
prijzenswaard praiseworthy; laudable; commendable; laudably; commendably
verdoemenswaard damnable
vermeldenswaard worthy of mention; worth mentioning
waardin hostess; landlady