Informatie over het woord verbreiden (Nederlands → Esperanto: disvastigi)

Synoniemen: afgeven, verspreiden

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verbreid(ik) verbreidde
(jij) verbreidt(jij) verbreidde
(hij) verbreidt(hij) verbreidde
(wij) verbreiden(wij) verbreidden
(jullie) verbreiden(jullie) verbreidden
(gij) verbreidt(gij) verbreiddet
(zij) verbreiden(zij) verbreidden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verbreide(dat ik) verbreidde
(dat jij) verbreide(dat jij) verbreidde
(dat hij) verbreide(dat hij) verbreidde
(dat wij) verbreiden(dat wij) verbreidden
(dat jullie) verbreiden(dat jullie) verbreidden
(dat gij) verbreidet(dat gij) verbreiddet
(dat zij) verbreiden(dat zij) verbreidden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbreidverbreidt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verbreidend, verbreidende(hebben) verbreid

Vertalingen

Duitsausbreiten
Engelsspread; propagate
Esperantodisvastigi
Latijnpropagare
Portugeesdivulgar; espalhar
Saterfriesuutbreedje; uutspreede
Spaansextender; propagar
Westerlauwers Friesôflitte