Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitschieten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(uitspruiten);
burgeon
;
sprout
(vuren);
🔗 Toen was hij klaar om te schieten.
(schietpartij; vuren);
🔗 Op die manier ging er een uur voorbij met schieten.
kiki
🔗 Els schoot vervolgens meteen de bal in het doel—0–3.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

NederlandsEngels
uitschieten eject; pop out; shoot; shoot out; slip; throw out; whip off
schieten bag; bang; biff; cannon; dart; fire; flash; gun; pound; shoot; rush; send; shooting; sweep; whisk; dash
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uitschieter peak; highlight