Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord stijf
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afstandelijk) | ||
(star; stram; stug) | rigid ; | |
🔗 Reiths benen begonnen stijf te worden. | ||
(verstarren; verstijven) | ||
🔗 Toen de dans zo een uurtje had geduurd, begon heer Bommel stijf te worden. | ||
stijve klaverzuring | yellow wood‐sorrel ; common yellow wood‐sorrel ; upright yellow wood‐sorrel ; upright yellow sorrel ; lemon clover | |
stijve waterranonkel | fan‐leaved water crow‐foot | |
rigour | ||
(stijfte; stramheid; stugheid) | rigidity ; stiffness | |
🔗 De stijfheid van de vroege morgen zat nog in haar spieren en ze rekte zich even uit. | ||
stijfhoofdig (eigenzinnig; halsstarrig; hardnekkig; koppig; obstinaat; stijfkoppig) | ; headstrong | |
(afgemeten; formeel) | formally | |
🔗 „Daar kan ik mij niets van herinneren”, zei heer Huynemer stijfjes. | ||
stijfsel (zetmeel) | starch | |
stijfte (stijfheid; stramheid; stugheid) | stiffness | |
starch | ||
; hearten ; | ||
; ; ; | ||
(verstarren; stijf worden) | ||
🔗 Zijn spieren schenen te verstijven. |
Nederlands | Engels |
---|---|
stijf | ⇆ buttoned up; ⇆ muscle bound; ⇆ prim; ⇆ rigid; ⇆ set; ⇆ stand‐offish; ⇆ starched; ⇆ starchy; ⇆ stark; ⇆ stiff; ⇆ stiffly |
een stijve krijgen | ⇆ get a hard‐on |
het been stijf houden | ⇆ dig in one’s heels; ⇆ dig one’s toes in |
stijf van de kou | ⇆ stiff with cold |
stijf worden | ⇆ jell; ⇆ stiffen |
stijve klaverzuring | ⇆ common yellow oxalis; ⇆ common yellow wood‐sorrel; ⇆ erect wood‐sorrel; ⇆ sourgrass; ⇆ yellow wood‐sorrel; ⇆ upright yellow sorrel; ⇆ lemon clover; ⇆ upright yellow wood‐sorrel |
stijve waterranonkel | ⇆ fan‐leaved water crow‐foot |
zijn poot stijf houden | ⇆ refuse to give in; ⇆ stand firm; ⇆ stand fast; ⇆ stand one’s ground |
stijfheid | ⇆ buckram; ⇆ primness; ⇆ rigidity; ⇆ starch; ⇆ stiffness |
stijfhoofdig | ⇆ obstinate; ⇆ opinionated; ⇆ opinionative; ⇆ headstrong; ⇆ obstinately |
stijfkramp | ⇆ tetanus |
stijfsel | ⇆ paste; ⇆ starch |
stijfte | ⇆ stiffness |
stijven | ⇆ clear‐starch; ⇆ starch; ⇆ stiffen; ⇆ swell |
stokstijf | ⇆ as stiff as a poker |
verstijven | ⇆ freeze; ⇆ stiffen; ⇆ seize; ⇆ grow numb |