Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord schaal

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(schotel);
🔗 Leg de kip in een schaal.
(bowl)
🔗 Hij was vastbesloten de schaal open te maken om te zien wat erin zat.
(schild)
(huisje; schelp)
(dop; schil)
valve
valvo
heavily
grandskale
🔗 Steeds weer blijkt dat ook hier op grote schaal wordt afgeluisterd.
(schaal van Beaufort)
Beaufort scale
boforta skalo
(in het groot)
🔗 De grootschalige aanval van Ḥamās op Israël kwam als een grote verrassing.
schaaldier
crustacean
;
toonschaal
(gamma; scala; toonladder)
gamut
;
(balans)
scales
;
balance
🔗 Zal de weegschaal naar de goede zijde doorslaan?

NederlandsEngels
schaal basin; bowl; cod; crust; cup; dial; dish; pair of scales; pan; plate; scale; scales; shell; slab; test; valve
gewicht in de schaal leggen carry weight; tell their tale; weigh
met de schaal rondgaan make a plate‐collection
op grote schaal extensive; extensively; large‐scale; on a large scale; in a big way; wholesale; in a wholesale manner
op kleine schaal on a small scale; in a small way
op schaal to scale
op schaal tekenen scale; draw to scale
zijn gewicht in de schaal werpen throw the weight of one’s influence in the scale
collecteschaal collection plate
dekschaal vegetable dish
eierschaal eggshell
eischaal eggshell
fruitschaal fruit dish
goudschaal gold‐balance; gold‐scales; assay‐balance
grootschalig in a big way; large‐scale
kleinschalig small‐scale; small‐time
loonschaal wage scale
peilschaal tide‐gauge
schaaldier crustacean; shellfish
schaalmodel scale model
schaaltje dish; small dish
schaalverdeling scale‐division; graduation‐scale
schaalvergroting scaling‐up
tijdschaal timescale
toonschaal gamut; scale
vruchtenschaal fruit dish
waardeschaal scale of values
weegschaal Libran; balance; scales; scale; pair of scales