Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord rij

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(file; gelid); ; ; ; ; ;
🔗 Ze opende de kleerkast en bekeek de rij japonnen.
in rijen
in rows
in a line
🔗 Wij hebben er een aantal op een rij gezet.
in rows
;
in a row
🔗 Het is de elfde maand op rij dat de Britse autoproductie daalt.
🔗 Langzaam reden wij langs het water verder.
🔗 De volgende morgen immers zou er een tocht worden gereden van Haarlem naar Hoorn en van Hoorn weer terug naar Haarlem, samen een goede 120 km.
(gaan; karren); ;
🔗 Ik zou niet graag in dat oude wagentje rijden dat u daar hebt!
(chaufferen; vervoeren)
🔗 Daarna kan ik jou naar het vliegveld rijden.
terrace house
;
terraced house
🔗 Door een woningbrand in een rijtjeshuis aan de Handwerkerszijde in Drachten zijn twee mensen om het leven gekomen.

NederlandsEngels
rij array; bank; course; enfilade; file; line; queue; range; rank; row; series; string; swath; tier
in rijen in rows; seriate
op een rij abreast; in a row; on the trot; in a line
op rij on the trot
rijden do; drive; driving; ride; riding; roll; run; travel; wheel; move; pull
rijtjeshuis terraced house; terrace house
tweerijig double‐breasted
wachtrij queue