Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord natuur‐

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur waarin berust moet worden.
(geaardheid; aard; karakter)
🔗 U hebt een gevoelige natuur.
(natuurlijk; uiteraard)
🔗 Het is een van nature in Europa voorkomende boom.
naturalism
nature spirit
natural ice
🔗 Het was vrijdag voor schaatsers voorlopig de laatste kans om op natuurijs te schaatsen.
(fysica)
physics
🔗 De chemie is nauw verwant met de natuurkunde en de grens tussen beide wetenschappen is moeilijk scherp te trekken.
🔗 Dit is niet meer natuurlijk.
(uiteraard; van nature)
extramarital
nelegitima
(ongekunsteld)
natural
;
unaffected
(uiteraard; vanzelfsprekend; allicht)
🔗 Natuurlijk had hij die letters nog nooit gezien.
(dat spreekt vanzelf);
🔗 Natuurlijk werd er veel gesproken over de oorlog.
🔗 Het was werkelijk een mooie scarabee, van een tot nu toe onbekende soort, en daarom natuurlijk van grote waarde voor natuuronderoekers.
natural product
act of God

NederlandsEngels
natuur composition; disposition; grain; natural scenery; nature; scenery; temper
natuur‐ elemental; natural
de natuur is sterker dan de leer nature passes nurture
een tweede natuur a second nature
in de vrije natuur in the open air
speling der natuur freak; freak of nature
tegen de natuur against nature
van nature by nature; naturally; temperamental
naturalisme naturalism
naturalist naturalist
naturel natural
naturisme naturism
naturist naturist
natuurbad lido
natuurbeschermer conservationist
natuurbescherming preservation of natural beauty; conservation of natural beauty; protection of nature
natuurbrand wildfire
natuurgebied nature reserve
natuurgeneeswijze treatment by natural remedies
natuurgetrouw true to nature; true to life
natuurhistorisch natural‐historical; natural history
natuurhoorn natural horn
natuurijs natural ice
natuurkenner naturalist; natural philosopher
natuurkennis natural history
natuurkracht force of nature
natuurkunde physics; natural science
natuurliefhebber nature lover
natuurlijk clearly; congenital; native; natural; naturally; of course; organic; spontaneous; sure; as a matter of course; unaffected; unconditioned; artless; born out of wedlock
natuurmens primitive man; nature lover
natuurmonument place of natural beauty
natuuronderzoeker naturalist
natuurproduct natural product
natuurramp act of God; natural disaster; natural calamity; natural catastrophe
natuurrecht natural right
natuurreservaat nature reserve
natuurschoon scenery
natuurstaat original state
natuurtafereel scene of natural beauty
natuurtalent natural talent; gift; person born with a gift; gifted person
natuurverschijnsel natural phenomenon; natural event
natuurvoeding wholefood
natuurvolk primitive people
natuurvorser naturalist
natuurvriend lover of nature; nature lover
natuurwetenschap natural philosophy; natural science; science