Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sure

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(certain; for sure)
🔗 Are you sure?
(harmless; safe; riskless);
(certain; sure)
🔗 One thing is for sure, though: the majority of MPs want either a much softer Brexit than Mrs. May is offering, or no Brexit at all.
(affirm; certify; ensure; make sure);
🔗 I can assure you of this.
(insure; underwrite)
(assure; affirm; certify; make sure);
🔗 And MPs must ensure that she does not.
(underwrite; assure)
🔗 It will also make it virtually impossible to insure those planes outside Russia.
surely
(certainly; indeed; absolutely; decidedly; definitively; after all)
;
(certainly; assuredly); ; ; ;
🔗 It would surely be a major event, potentially requiring the evacuation of hundreds of thousands of people.

EngelsNederlands
sure betrouwbaar; geheid; gewis; jawel; natuurlijk; onfeilbaar; trefzeker; veilig; verzekerd; zeker
as sure as eggs is eggs zo zeker als twee keer twee vier is; zo zeker als wat
be sure het zeker weten
be sure of zeker zijn van
be sure to … verzuim niet te …
for sure stellig; zeker
I’m sure I don’t know ik weet het echt niet
it is sure to … het zal zeker …
make sure of ervoor zorgen dat; zich vergewissen van; zich verzekeren van
make sure that ervoor zorgen dat
sure as to verzekerd van
sure enough jawel; waarachtig; waarlijk; zo zeker als wat
sure of verzekerd van
to be sure toch; voorzeker; welzeker; zeer zeker
assure assureren; overtuigen; verzekeren
cocksure zo zeker als wat
ensure garanderen; instaan voor; veilig stellen; verzekeren; verzekeren van; waarborgen
insure assureren; verzekeren
sure‐fire met gegarandeerd succes; onfeilbaar
sure‐footed betrouwbaar; solide; vast op zijn voeten staand
surely geheid; met zekerheid; stellig; toch; toch wel; vast; voorzeker; zeker
sureness trefzekerheid
surety borg; borgstelling; borgtocht; onderpand; pand; zekerheid
unsure onbetrouwbaar; onvast; onzeker; twijfelachtig