Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord heen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(voort; weg; henen)
🔗 Na deze woorden spoedde hij zich heen en zijn gastheer keek hem voldaan na.
have gone through something
🔗 Wij hebben erg veel en als wij door onze voorraad heen zijn, kunnen wij gemakkelijk naar Malakal vliegen om nog meer te krijgen.
(daaraan; eraan; erheen; er … aan; daar … aan; er … naartoe; ernaartoe; ernaar)
on it
al ĝi
🔗 Ik wil u er met alle plezier even heen brengen.
🔗 Waarom lopen ze heen en weer?
(langs; voorbij)
🔗 Ineens voelde hij dat hij bij zijn rechterpols werd gegrepen en vastgehouden terwijl de rivier kolkend en schuimend maar machteloos langs hem heen stroomde,
(nergens)
🔗 Ze konden nergens heen.
(om; omstreeks; aan; rond; rondom);
🔗 Hij keek om zich heen.
(aan de overkant van; over);
🔗 Een pijl zoemde over Frodo’s hoofd heen.
(waar; waarheen; waartoe; waar … naartoe);
where … to
🔗 Ik begrijp niet waar je heen wilt, jonge vriend.
(waar; waarheen; waar … naartoe);
🔗 Waar ga je heen?
(derwaarts; daar … naartoe; daarnaartoe; daar)
that way
;
🔗 Waarom ga je daarheen?
(door; door … heen; via)
🔗 Zo te zien is er een kogel doorheen gegaan.
(brengen; voorleiden);
🔗 Waar zou hij anders worden heengebracht?
walk away
🔗 Nu keerde de heer Dickerdack zich om en liep heen, gevolgd door zijn chauffeur.
way there
alvojo
🔗 Op de heenweg hebben we meer dan drie uur boven woestijngebied gevlogen.
(hier; hiernaartoe);
hither
;
this way
🔗 Wat brengt u hierheen?
(waar);
🔗 Waarheen zouden we moeten reizen?
(waar; waartoe);
where … to
🔗 Mag ik u vragen waarheen de reis gaat?
🔗 Rijd waarheen je wilt.

NederlandsEngels
heen away
daar gaan weken mee heen it will take weeks
door iets heen zijn have gone through something
heen en terug backwards and forwards; there and back
heen en weer back and forth; hither and thither; from side to side; to and fro
langs … heen past
nergens heen nowhiter; nowhere
om … heen about; around; round about …; round …
over … heen o’er; over the head of; over; on top of; across
waar ik heen wilde where I wanted to go to; what I was driving at
waar moet dat heen? where are you going to?; what are we coming to?
waar moet … heen? where does … go?
daarheen there; thither; that way
doorheen through
heen‐en‐weergeloop to‐ing and fro‐ing; coming and going
heen‐en‐weergereis to‐ing and fro‐ing
heenlopen run away
heenreis forward journey; outward journey; voyage out
heenrijden ride away; drive away
heenvlieden fleet
heenwedstrijd away game; away match
heenweg way there
hierheen here; hither; this way
hieromheen round this
waarheen where; whither; whereto; where … to; to what place