Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord greep

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
grasp
(gaffel; riek)
🔗 Zonder een woord te zeggen, zette ik de greep neer en ging naar buiten.
;
trick
(grijper; handgreep)
(vat)
grasp
🔗 Ze was nog altijd in de greep van de angst.
(aangrijpen; bemachtigen; te pakken krijgen; vastgrijpen);
grab
;
grasp
; ; ;
🔗 Grijpt hem!
(beetpakken; vatten)
grasp
;
grab
; ;
🔗 Hij greep naar mij, maar ik was al weer weg.
(greep)
🔗 Aan iedere kant van de doos zat een handgreep.
(foefje; kneep; streek; toer; truc; handigheidje)
trick
; ;
wile
(syllabe)
🔗 De verdeling in lettergrepen gaat in het Fries net zoals in het Nederlands.
(coup; putsch);
🔗 Op 21 maart pleegde een groep militairen een staatsgreep.

NederlandsEngels
greep catch; cinch; clasp; clinch; clutch; dive; fork; grab; grapple; grasp; grip; gripe; haft; handful; handle; hilt; hold; pull; snatch
een gelukkige greep a lucky hit
een greep doen naar make a snatch at; make a grab at; make a bid for
grijpen snatch; snatch up; apprehend; catch; catch hold of; clasp; claw; collar; engage; get hold of; grab; grab hold of; grasp; grip; gripe; lay hold of; pounce upon; prehension; seize; seize hold of; take hold of; tackle; clutch
handgreep handgrip; handle; holder; grasp; grip; knack; trick
houdgreep lock; hold
koudgreep insulated handle
kunstgreep artifice; contrivance; craft; device; manoeuvre; trick; ruse; sleight; knack; wile
lettergreep syllable
staatsgreep coup; coup d’état