Informatie over het woord grijper (Nederlands → Esperanto: prenilo)

Synoniemen: greep, handgreep, tang

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɣrɛi̯pər/
Afbrekinggrij·per
Geslachtmanlijk
Meervoudgrijpers

Voorbeelden van gebruik

Hij staarde met uitpuilende ogen naar de grijper, die op de kap van het wagentje gemonteerd was en die in het voorbijgaan rustig in zijn richting zwaaide.

Vertalingen

Deenstang
DuitsGriff; Henkel; Zange
Engelstongs
Esperantoprenilo
Faeröersklípitong; tong
Franspinces
Noorstange
Portugeesalicate; torquês
SaterfriesGriep; Seel; Tonge
Spaanstenazas
Thaisคีม
Tsjechischkleště