Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord einde
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(uiteinde) | ; | |
🔗 Conan liep de hoge zaal van het ene einde tot het andere door. | ||
(beëindiging; besluit; eind; end; voleinding; afsluiting) | ; ending ; conclusion ; ; termination | |
(afloop; eind; eindigen; end; slot) | ; termination ; conclusion ; ; ending | |
🔗 Dat einde kwam even plotseling als het begin. | ||
aan het einde | at the back ; ; in the rear | je la fino |
; finish off ; finalize | ||
🔗 De geharde politiebeambte maakte snel een einde aan het stuitende toneeltje. | ||
(aflopen; uitgaan; uitraken; verlopen) | ; expire ; draw to a close ; draw to an end | |
🔗 De middag liep ten einde. | ||
at last ; ultimately | finfine | |
(ten slotte; uiteindelijk; ten langen leste) | at last ; ; ultimately | |
🔗 De mummie van de dode krijger was eindelijk werkelijk dood, en het grote zwaard was van hem. | ||
(oneindig) | endless ; infinite ; interminable | |
🔗 De nacht leek eindeloos. | ||
(afloop; eind; einde; end; slot) | ; | |
(aflopen; ophouden) | ; end up ; ; | |
🔗 In 1958 eindigde de productie. | ||
(afmaken; afsluiten; beëindigen; besluiten; uitmaken; voleindigen; een eind maken aan) | ; ; ; | |
🔗 En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat hij uit Galilea vertrok, en hij kwam over de Jordaan in het gebied van Judea. | ||
(om) | ||
🔗 Ik verhuur mijn arbeid teneinde in mijn levensonderhoud te voorzien. | ||
(einde) | ; | |
🔗 Toen bereikte hij het uiteinde van het touw. | ||
(voeteneind) | ; | |
🔗 Hij liet zich op het voeteneinde van het bed vallen. | ||
(aanvullen; completeren; invullen) | ; consummate ; | |
🔗 Wel, laten we onze tocht voleinden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
einde | ⇆ butt‐end; ⇆ close; ⇆ conclusion; ⇆ consummation; ⇆ demise; ⇆ end; ⇆ ending; ⇆ expiration; ⇆ extremity; ⇆ finish; ⇆ tail; ⇆ tail‐end; ⇆ terminal; ⇆ termination; ⇆ upshot |
aan het andere einde van de wereld | ⇆ at the back of beyond |
aan het einde | ⇆ at the end |
aan het einde van zijn Latijn zijn | ⇆ scrape the barrel |
daar is het einde van weg | ⇆ there is no end to it |
dat was het begin van het einde | ⇆ the rot set in |
een einde maken aan | ⇆ break up; ⇆ put a period to; ⇆ put paid to; ⇆ put the mockers on |
er komt geen einde aan | ⇆ shall we never hear the last of it?; ⇆ shall we never see the last of it? |
het begin van het einde | ⇆ the beginning of the end |
het was het einde! | ⇆ it was marvellous!; ⇆ it was super!; ⇆ it was great! |
iets tot een goed einde brengen | ⇆ bring something to a favourable ending; ⇆ bring something to a happy conclusion |
op weg naar het einde | ⇆ on the skids |
te dien einde | ⇆ for that end; ⇆ for that purpose; ⇆ to that end; ⇆ with that end in view |
ten einde | ⇆ finished |
ten einde brengen | ⇆ bring to an end; ⇆ bring to a conclusion |
ten einde lopen | ⇆ come to an end; ⇆ draw to an end; ⇆ run out; ⇆ draw to a close; ⇆ expire |
ten einde raad zijn | ⇆ be at one’s wit’s end |
van alle einden van de wereld | ⇆ from all parts of the world |
zijn einde voelen naderen | ⇆ feel one’s end drawing near |
benedeneinde | ⇆ lower end; ⇆ bottom |
boveneinde | ⇆ top; ⇆ upper end; ⇆ head |
eindejaar | ⇆ <period around Christmas and New Year> |
eindejaarsbal | ⇆ New Year’s dance |
eindejaarspremie | ⇆ Christmas bonus |
eindelijk | ⇆ at last; ⇆ at length; ⇆ finally; ⇆ and not before time; ⇆ ultimately; ⇆ in the end |
eindeloos | ⇆ boundless; ⇆ endless; ⇆ interminable; ⇆ unending; ⇆ infinite; ⇆ marvellous; ⇆ super; ⇆ gorgeous; ⇆ infinitely; ⇆ without end |
eindigen | ⇆ amen; ⇆ break up; ⇆ close; ⇆ conclude; ⇆ determine; ⇆ end; ⇆ end up; ⇆ finish; ⇆ finish up; ⇆ ring down; ⇆ terminate; ⇆ tail away; ⇆ tail off; ⇆ wind up |
hoofdeinde | ⇆ head |
ondereinde | ⇆ lower end |
teneinde | ⇆ with a view to; ⇆ to the end that; ⇆ in order to |
uiteinde | ⇆ bob; ⇆ butt‐end; ⇆ end; ⇆ ending; ⇆ extreme; ⇆ extremity; ⇆ heel; ⇆ tail; ⇆ tail‐end |
voeteinde | ⇆ foot; ⇆ foot‐end |
voeteneinde | ⇆ foot; ⇆ foot‐end |
voleinden | ⇆ complete; ⇆ finish; ⇆ consummate; ⇆ end |