Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord tempering
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(harden; season; steel; toughen) | ; | |
temperi | ||
(humour; mood) | ; | |
Engels | Nederlands |
---|---|
tempering | ⇆ tempering |
temper | ⇆ aanmaken; ⇆ boze bui; ⇆ doen bedaren; ⇆ geaardheid; ⇆ gemoedsgesteldheid; ⇆ gemoedsrust; ⇆ gemoedstoestand; ⇆ harden; ⇆ hardingsgraad; ⇆ humeur; ⇆ kalmte; ⇆ laten beslaan; ⇆ luim; ⇆ matigen; ⇆ mengen; ⇆ natuur; ⇆ slecht humeur; ⇆ stemming; ⇆ temperament; ⇆ temperen; ⇆ vastheid; ⇆ vermenging; ⇆ verzachten |
tempering‐furnace | ⇆ temperoven |