Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord tax deduction
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
tax deduction | ||
deduction | ||
deduction (demand; sale; subtraction) | ||
tax | ||
tax (toll; levy) |
Engels | Nederlands |
---|---|
tax deduction | ⇆ belastingaftrek |
deduction | ⇆ aftrek; ⇆ aftrekking; ⇆ deductie; ⇆ gevolgtrekking; ⇆ inhouding; ⇆ korting |
tax | ⇆ belasten; ⇆ belasting; ⇆ beproeving; ⇆ beschuldigen; ⇆ last; ⇆ op de proef stellen; ⇆ schatting; ⇆ schatting opleggen; ⇆ taks; ⇆ zwaar op de proef stellen |