Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord tan‐colour

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(paint; stain)
(dye)
🔗 Turner pained many masterpieces with only two colours.
(paint);
(dye; paint)
(colouring; colourway)
tan
; ;
tan
;
bruin worden

EngelsNederlands
tan‐colour taankleur
colour bemantelen; beïnvloeden; blozen; dekmantel; drukinkt; een kleur krijgen; een verkeerde voorstelling geven van; huidskleur; inkleuren; kleur; kleuren; kleursel; kleurtje; schijn; tint; tintje; vaandel; vendel; verbloemen; verf; verven
tan bruin worden; bruinen; eikeschors; gebruinde huidskleur; gemalen eikeschors; leerlooien; looien; run; runkleurig; taan; taankleurig; tanen
tan‐coloured taankleurig