Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord pand

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(slip)
(borgstelling; onderpand; waarborg; borg);
security
(perceel);
construction
🔗 In het pand waren geen mensen aanwezig.
(bedrijfsgebouw)
business building
🔗 In het noordoosten van de Verenigde Staten zitten als gevolg van een zware storm ongeveer 1,7 miljoen huizen en bedrijfspanden zonder stroom.
coat‐tail
🔗 „Maar dat is diefstal!” riep Tom Poes, terwijl hij probeerde de opgeleefde heer aan een jaspand tegen te houden.
(borgstelling; pand; waarborg; borg);
security
🔗 En wat biedt u mij als onderpand aan?
morning coat
; ; ;
(belenen)
voorpand
(voorstuk)
tail‐end
antaŭa parto

NederlandsEngels
pand basque; deposit; earnest; flap; forfeit; gage; pawn; pledge; premises; security; skirt; surety; tail
in pand geven offer in pawn; give as security; give as a security
pand verbeuren play forfeits; play at forfeits
tegen pand on security
achterpand back
bedrijfspand business building
grachtepand canalside house
jaspand coat‐tail
kraakpand squat
onderpand collateral; earnest; gage; pledge; surety; security; guarantee
pandbrief mortgage‐bond
panden seize; distrain upon
pandgever pawner; pledger
pandhouder pawnee; pledgee
pandhuis pawnshop
pandjeshuis pawnshop
pandjesjas bobtail coat; tailcoat
pandrecht lien
pandverbeuren game of forfeits
slooppand building slated for demolition
verpanden hock; hypothecate; impawn; pawn; pledge; mortgage
voorpand front