Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord narrowly

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(exactly; sharp; accurately; faithfully; precisely); ; ; ; ; ;
🔗 More narrowly, three stages of Middle Indo‐Aryan may be distinguished.
; ; ; ;
🔗 Hardon stood now in the narrow aperture.
(close; cramped);
(constrict)
malvastigi
(define; determine; pinpoint; state)
nader bepalen
; ;
marĝeneta

EngelsNederlands
narrowly bekrompen; eng; krap; krapjes; nauw; op het kantje af; smal; ternauwernood
narrow bekrompen; benepen; beperkend; beperkt; eng; geborneerd; gierig; inkrimpen; klein; krap; letterlijk; nauw; nauwer worden; nauwkeurig; nipt; smal; verengen; verlopen; vernauwen; versmallen; zich vernauwen; zich versmallen